fbpx
tegelemuseum-11.jpg

Wil je een spreekbeurt houden of werkstuk maken over tegels, dan vind je hier een heleboel informatie.

Toepassing

Herkomst 

Blauwe tegels

Export van tegels 

Achteruitgang

De tegenwoordige tijd

Het maken van tegels op de oude manier

Toepassing

Het woord "tegel" komt van het Latijnse woord “tegere” = bedekken. Tegels worden gebruikt om wanden te bedekken van bijvoorbeeld keukens (zie afb. 1), doucheruimtes, badkamers, toiletten, maar ook van zwembaden.

Tegelverhaal 01Afb. 1 Betegelde keuken

Vaak zijn tegels gekleurd en versierd, dat staat leuk. Het is niet erg als de muren vuil of nat worden; tegels kunnen weer goed schoongemaakt worden. Tegels zijn sterk en gaan jarenlang mee.

De tegels die nú in de huizen en flats gebruikt worden zijn in de fabriek gemaakt, bij duizenden tegelijk. De gekleurde versieringen worden er machinaal op aangebracht. De grondstof waar tegels van gemaakt zijn, is klei. Klei is een soort aarde. Daarom spreekt men ook wel over aardewerk als men het heeft over voorwerpen die gemaakt zijn van gebakken klei.

Herkomst

Waar is het gebruik van tegels vandaan gekomen?
Perzië (nú Iran) had omstreeks 300 jaar vóór Christus al een grote tegelproductie. Van hieruit werd de tegelkunst in de loop der eeuwen door handel en oorlogen naar andere landen in het Midden Oosten verspreid.

De Arabieren hebben een grote rol gespeeld bij deze verspreiding. Zij veroverden veel landen (zie kaartje).
Zij hadden de Islam als godsdienst.

Tegelverhaal 02Afb. 2 Landen die door de Islamitische Arabieren zijn veroverd van 634-750.

De mensen in deze veroverde landen werden tot de Islam bekeerd.

Voor hun godsdienstoefeningen werden prachtige moskeeën gebouwd die met tegels waren versierd.
De grafpaleizen waren ook met tegels versierd.

Tegelverhaal 03Afb. 3 Toegangspoort met tegelmozaïek van de Gök Gunbad moskee te Shahr-i Sabz (Oezbekistan), 1435-36.

Zelfs een groot deel van Spanje is zeven eeuwen lang overheerst geweest door de Arabieren (van de 8ste tot het eind van de 15e eeuw). Zij bouwden daar eveneens moskeeën en voor hun vorsten burchtpaleizen. Eén van die burchtpaleizen is nu nog te zien. Het is het Alhambra bij Granada in Zuid-Spanje. Dit paleis is één van de mooiste voorbeelden van de Moors-Arabische bouwkunst in Europa. De muren van de paleiszalen zijn versierd met veelkleurige tegels. Zie afb. 4 en 5.

Tegelverhaal 04Afb. 4 Detail van het Alhambra-paleis bij Granada
Tegelverhaal 05Afb. 5 Tegeldecoratie in het Alhambra.

In die tijd werden in Spanje behalve tegels ook veel kannen, borden en dergelijke gemaakt. De versieringen op dit aardewerk zijn beïnvloed door Moors-Arabische kunst. Veel van deze voorwerpen zijn per schip naar Italië verhandeld. In Noord- Italië werd in de 15e eeuw het aardewerk ook al kleurig beschilderd. Dit aardewerk is erg beroemd geworden. Het is bekend dat Italiaanse pottenbakkers in Spanje gingen werken. Zo hebben Spanjaarden en Italianen van elkaar de manier van versieren op aardewerk en tegels overgenomen. 

Antwerpen was van eind 15e eeuw tot eind 16e eeuw de belangrijkste havenstad van West-Europa én een groot kunstcentrum. Door de handel werd veel geld verdiend. Daarom trokken vele ambachtslieden en kunstenaars uit andere landen naar deze welvarende stad.

Ook pottenbakkers uit Italië gingen in Antwerpen wonen en werken. Zij hebben er veelkleurige tegels (tegels met meer dan één kleur) gemaakt voor vloeren en vochtige wanden van de huizen. In 1585 is daar een eind aan gekomen. In dat jaar werd Antwerpen door de Spaanse troepen belegerd (tijdens de 80-jarige oorlog) en tenslotte ingenomen. Dat betekende het einde van de welvaart. De handel kwam tot stilstand. Er kwam grote werkeloosheid. Bovendien was er geen godsdienstvrijheid; de protestanten werden vervolgd. Dit waren oorzaken dat duizenden mensen uit Antwerpen wegtrokken. Onder de vluchtelingen waren ook pottenbakkers. Deze gingen o.m. in Middelburg, Rotterdam, Gouda, Delft, Leiden, Amsterdam en Hoorn een nieuw bestaan opbouwen. Ook hier maakten zij borden, schalen en kannen voor het dagelijkse gebruik en tegels voor de huizen.

Vanaf omstreeks 1600 zijn er in Holland veelkleurige tegels gemaakt. De gekleurde versieringen die ze op de tegels aanbrachten leken een beetje op de Italiaanse en Spaanse tegelversieringen uit de 15e eeuw.

Het zijn ornamenttegels. Dit zijn tegels waarbij het hele patroon pas wordt gevormd door meerdere tegels in een vierkant bij elkaar te leggen. Zie afb. 6 en 7.  Kort daarna wordt op iedere tegel een gekleurde voorstelling geschilderd zoals een bloemvaas. Zie afb. 8.

Tegelverhaal 06Afb. 6 Veelkleurige ornamenttegels. Het hele patroon wordt gevormd door meerdere tegels. Eerste helft 17e eeuw.

Tegelverhaal 07Afb. 7 Veelkleurige tegel met deel van het patroon van afb. 6
Tegelverhaal 08Afb. 8 Bloemvaas. Eerste helft 17e eeuw.

Blauwe tegels

Ná de veelkleurige tegels kwamen vanaf ongeveer 1620 de blauw beschilderde tegels in de mode.
De Portugezen hadden de zeeweg om Afrika heen naar het Verre Oosten ontdekt via de Kaap de Goede Hoop. Ze gingen handelen met o.a. de Chinezen. De Hollanders gingen nu ook handel drijven met Ceylon (nu Sri Lanka), China, Japan en Indonesië. Daartoe werd in 1602 een handelsvereniging opgericht, de V.O.C. = de Verenigde Oostindische Compagnie. Van Amsterdam, Hoorn en Enkhuizen uit zeilden de schepen om Afrika heen naar China. De route die de zeilschepen namen werd bepaald door de zeestromingen en heersende winden. Zie afb. 9.

Tegelverhaal 09Afb. 9 De route van de zeilschepen.

In China werd o.m. Chinese zijde, Chinees lakwerk, specerijen, thee en blauw Chinees porselein zoals borden, schalen, kannen en kopjes gekocht. Duizenden porseleinen artikelen zijn toen naar Nederland verscheept. Geen tegels, want die kenden de Chinezen toen nog niet. Porselein is gemaakt van porseleinaarde, een kleisoort die niet in Nederland aanwezig is.
Porselein is veel dunner, maar toch sterker dan het grove aardewerk. Dat blauw beschilderde porselein was toen iets heel nieuws in Holland en de rest van Europa.

De aardewerk- en tegelbakkers in Holland gingen hun gebruiksvoorwerpen en tegels nu ook met een blauwe kleur versieren. Blauw beschilderde tegels zijn dus ontstaan ná import van blauw Chinees porselein.

De voorstellingen op de tegels waren bijvoorbeeld schepen, ruiters, soldaten, bloemvazen, vrouwen en mannen, spelende kinderen, dieren, bloemen en bijbelse voorstellingen. Zie afb. 10 t/m 14.

Vooral in de tegelwerkplaatsen in Rotterdam, Amsterdam, Delft, Haarlem en Makkum zijn vele duizenden tegels gemaakt. Ook tegeltableaus werden vervaardigd. Een tegeltableau is een voorstelling op veel tegels.

Tegelverhaal 10Afb. 10 Koopvaardijschip blauw en paars beschilderd. Midden l7e eeuw.
Tegelverhaal 11Afb. 11 Kinderspeltegel blauw beschilderd. Eind 17e eeuw.
Tegelverhaal 12Afb. 12 Rattenvanger blauw beschilderd. Tweede kwart 17e eeuw.
Tegelverhaal 13Afb. 13 Dame met molenkraag blauw beschilderd. Tweede kwart 17e eeuw.
Tegelverhaal 14Afb. 14 Voorstelling uit het Nieuwe Testament: vlucht naar Egypte, paarse beschildering. Tweede helft 19e eeuw.
Tegelverhaal 14bisTegeltableau "Boerin met koe".

Export van tegels

In de 17e eeuw - ook wel de Gouden Eeuw genoemd - zijn vele duizenden tegels naar het buitenland geëxporteerd. Hoewel andere landen ook tegels produceerden, wilde het buitenland Hollandse en Friese tegels hebben.

In de 17e eeuw waren het de Hollanders, Zeeuwen en Friezen die handel dreven met bijna de hele wereld. Zij waren de vrachtvaarders van Europa. De Oostzeelanden leverden ons o.m. graan, hout, ijzer en huiden. Als ballast in de scheepsruimen brachten wij daar bakstenen, tegels, haring en textielproducten.

In Noord-Duitsland, Polen en Denemarken zijn nu nog huizen en musea met Nederlandse tegels te zien.

Tegelverhaal 15Afb. 15 Betegelde kamer van een boerderij in Friesland. Eind 18e eeuw.

België, Duitsland, Frankrijk, Spanje, Portugal en zelfs Brazilië hebben in de 2e helft van de 17e eeuw en begin 18e eeuw Hollandse en Friese tegels besteld voor hun kerken, kloosters en paleizen. Een aantal van deze gebouwen met tegels en tegeltableaus is nu nog te zien.

In de 18e en 19e eeuw kwamen paars beschilderde tegels in de mode. In die tijd werden ook weer ornamenttegels gemaakt: 4 tegels of een veelvoud hiervan vormen een patroon. Zie afb. 16 en 17. Vergelijk ook de ornamenttegels van afb. 6 en 7.

Tegelverhaal 16Afb. 16 Paars beschilderde ornamenttegels. 4 tegels of een veelvoud hiervan vormen het hele patroon. Tweede helft 19e eeuw.
Tegelverhaal 17Afb. 17 Tegel met 1/4e deel van het patroon van afb. 16.

Achteruitgang

In het begin van de 19e eeuw ging de tegelproductie snel achteruit door de slechte economische toestand. De Franse overheersing onder Napoleon had rampzalige gevolgen voor onze handel. Ook was er veel concurrentie van Engelse en Duitse tegelbakkers. Bovendien werd het bedrukte behangselpapier in de handel gebracht, een materiaal dat goedkoper was dan tegels.
In de 19e eeuw gingen daarom veel tegelwerkplaatsen (fabrieken) failliet.

De tegenwoordige tijd

Jullie weten al dat tegels tegenwoordig machinaal in fabrieken gemaakt worden. Ook kunstpottenbakkers maken tegels en tegeltableaus. Zie afb. 18 en 19.

Tegelverhaal 18Afb. 18 Deel van een tegelwand met vissen en vogels, in wit en zwart. Ontworpen door M.C. Escher. Gemaakt in Delft ± 1964.
Tegelverhaal 19Afb. 19 Tegel gemaakt door een leerling van een Basisschool te Bennekom (groep 8).

In Makkum, Harlingen en Workum worden tegels en tegeltableaus gemaakt zoals dat drie eeuwen geleden ook werd gedaan. De meeste voorstellingen op deze tegels zijn ontleend aan die van vroeger.

Het maken van tegels op de oude manier

  1. Kleisoorten mengen.
  2. Kleimassa tot platen walsen.
  3. Uit de kleiplaten tegels vormen met behulp van een vormraampje (afmeting tegel ± 13 x 13 x 1 cm.)
  4. Kleitegels drogen.
  5. Kleitegels bakken bij een temperatuur van ± 1000°C.
  6. De tegels aan één kant bedekken met tinglazuur. Dit tinglazuur ziet er uit als een witte pap en is een mengsel van tinas, zand, soda en water.
  7. De voorstelling op de tegel schilderen. Hierbij wordt een zogenaamde “spons” gebruikt. Zie afb. 20.
  8. De tegel voor de tweede keer bakken bij een temperatuur van ± 1000°C. Het tinglazuur versmelt tot een witglanzend laagje waarin de beschildering goed te zien is.

Tegelverhaal 20Afb. 20 Een spons is een stuk papier, even groot ais de tegel. Hierin zijn gaatjes geprikt van de omtrekken van een voorstelling. Dit papier wordt, op de tegel gelegd. Dan slaat men met een zakje, waarin houtskoolpoeder zit, op de spons. Het houtskoolpoeder stuift door de gaatjes. Hierdoor verschijnt de voorstelling in zwarte stipjes op de met tinglazuur bedekte tegel. De tegelschilder kan nu de voorstelling schilderen.

 

Ontdek de collectie

Meer weten over onze tentoonstellingen of vaste collectie?
Laat je inspireren en verrassen!

Ontdek de collectie

Top